“Stephanie, ga je is opstaan? Sebiet mis je je trein!” roept
mijn moeder. 10 minuten geleden was mijn wekker afgegaan maar ik was blijven
liggen. Deze nacht had ik maar raar gedroomt; over Hanna die ruzie aan het
maken was met iemand op de trein. Ik wist niet met wie en waarover want alles
was wazig. Vandaag vertrokken we eindelijk naar Londen en ik zag het helemaal
zitten.
“Goede reis!” riep mijn moeder nog als we naar de trein
vertrokken. Zoals altijd zat ik aan het raam in de trein met Hanna naast mij.
We hielden ons bezig met de joepie,
twitter, facebook… “Yes, ze zijn in Londen” lachte Hanna. “Pff, jullie denken
toch niet dat je die losers tegen het lijf gaat lopen” klonk het ineens van
achter ons. Julie, de bitch van ons
jaar, zat blijkbaar achter ons en als ze in iets goed was, was het het bloed
van onder je nagels halen. “Ten eerste, zeg nooit nooit en ten tweede, het zijn
geen losers.” Zegt Hanna. Dat was juist wat Julie nodig had. “Oh juist, ze zijn
zo gay als iets” lachte Julie venijnig wanneer ze haar nagels checkte. “Zeg dat
nog een keer en…” “En wat, Hanna?” Daar stonden ze in de treingang tegenover
elkaar en de leerkracht was juist naar het toilet. “Komaan, dit is echt niet
nodig” zei ik om ze te kalmeren terwijl ik tussen hen in ging staan. “Ja, Hanna
luister naar je bestie. Die jongens zijn het niet waard.” Wat daarna gebeurde,
had ik nooit gedacht van Hanna. Ze duwde mij opzij en sprong op Julie. Ik viel
met mijn hoofd op de handleuning van een zetel en alles werd wazig. Op dat
moment kreeg ik een flashback van mijn droom. Het was helemaal hetzelfde. De
leerkracht kwam tussenbeide en veel meer herinner ik me niet. “Steph, gaat het?
We moeten nu uitstappen.” Hoorde ik en opende mijn ogen. Hanna was me bezorgt
aan het aankijken. “Het spijt me zo, ik had me zo niet moeten laten gaan”
verontschuldigde ze zich. “Het is oke” Ik probeerde op te staan maar wankelde
een beetje. “Hier, ik zal je wel helpen” zegt Hanna en ondersteunde me.
Gelukkig stond er niet veel op de planning. Juist bespreking van de reis,
kamerverdeling, avondeten, vrije tijd en slapen. Bij de bespreking kon ik niet
zo goed volgen. Mijn hoofd deed zoveel zeer. “Ik ga een wat rusten, denk ik. My
head is killing me” zeg ik tegen Hanna als we de kamer binnenlopen. “Maar we
moeten gaan eten in een kwartier” “Zeg tegen de leerkrachten dat ik echt niet
kan komen. Ik denk dat rusten het beste is” Ik plof op het bed en val direct in
slaap. Ik word na een tijdje wakker van een sluitende deur. “Shhht, niet zeggen
eh” lacht Hanna met een bord vol eten. Mijn maag gromde en ik viel direct aan. “Wat
zou ik toch doen zonder jou” grapte ik. “Niks, ga nu maar terug een beetje
slapen zodat die hoofdpijn weg is en je morgen de liefde van je leven kan
ontmoeten.” Knipoogde Hanna nog voordat ze de deur achter haar sloot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten