donderdag 19 april 2012

Little Bro - Part 8

Mijn Hartslag versnelt, het prettig gevoel is weg, de temperatuur begint op te lopen… Gelukkig is de foto van slecht kwaliteit maar je kan me toch redelijk rap herkennen en Harry zeker. Natuurlijk, hoe kon ik zo dom zijn? We waren niet de enige die in dat park rondliepen. Ik ben overstuur, wat normaal gezien voor mij de hemel moet zijn verandert in een hel. Weer die belangstelling, overal gaat het staan “Harry and the mysterious girl on a date at the park” Wat als Daisy me herkent? Of iemand van school? “Owh I’m so screwed” zucht ik. Het liefst van al zou ik willen onderduiken maar dat is quasi onmogelijk. De volgende dagen ga ik naar school en er blijkt me niemand te herkennen zelfs Daisy niet. Harry stuurt me vanalle lieve berichtjes dat hij me mist, dat hij weer wilt afspreken … Maar niets over wat er in de roddelkranten staat. “Hye someone delivered you this” zegt mijn broertje als ik de volgende dag terug thuis ben van school. “I’m sorry” staat erop het kaartje, niks anders. Ik pak de leiband en ga Jimmy halen. Jimmy is eigenlijk een van mijn beste kameraden. Tegen hem vertel ik alles als ik op wandel ben met hem, ook vandaag. Ik wijk een beetje af van de wandeling zodat ik niet constant aan Harry moet denken. In het park laat ik hem dan weer vrij en zet ik me op het bankje. Wat zou Harry aan het doen zijn? Ziet hij iets in mij of was het juist maar een kus? Ineens heb ik het gevoel dat ik bespied word. Ik roep Jimmy en loop zo rap mogelijk terug naar huis. In het laatste steegje staat een persoon met een kap op, ik begin schrik te krijgen en loop zo snel als ik kan door. Maar te laat, een hand houd me tegen. Ik wil gillen maar het andere hand ligt op mijn mond. “Don’t scream please, it’s me” zegt Harry “Sorry but I needed to talk to you” Van opluchting val ik hem in de armen. “I’m sorry about yesterday. I was stupid and it shouldn’t have to happen out there. I thought there were no paps.” zegt hij. “I know, I know…” Harry pakt mijn handen vast en kijkt me recht in de ogen. “I like you and I wanna be with you. I know you can’t cope with stress…” “Harry, please don’t say it. I can’t do this and you know it. I’ve this fear, I live with it… I wanna lose it so badly so I can be with you but I don’t know how. As long as I’ve this fear we can’t be together…” zeg ik en laat zijn handen los. Ik keer hem de rug toe en Jimmy volgt. Pas als ik thuis ben, besef ik wie ik de rug heb toegekeerd en van wie ik ben weggelopen. Ik had geen andere keuze. Anders ging ik dag in dag uit leven met een schrik, zweterige handen… Ik kon dat niet, daar was ik zeker van. Hoe graag ik het zou gewild hebben, ik kon het niet. De tranen staan in mijn ogen. Gelukkig komt mijn broertje binnenlopen om te vragen of ik wou spelen met hem. Aan hem had ik alles te danken dus zeg ik met plezier “yeah sure”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten